Ik kan niet dansen

Echt niet

Afgelopen zondag, een meisje van nog geen 3 jaar staat aan de rand van mijn afgehuurde tent op de Appelparade. Opzwepende muziek klinkt uit de speaker, er wordt gedanst door jong en oud, er wordt gelachen en plezier gemaakt. Ik geniet van het verbindende effect van dans. Kinderen die hun ouders volgen in de dans maar ook ouders die hun kinderen volgen in de dans. Ze staat daar heel stil in de hoop dat ze wordt gezien.

Al dansend beweeg ik me naar haar toe en met mijn hand naar haar uitgereikt vraag ik ‘kom je ook dansen’? ‘Ik kan niet dansen’ zegt ze met haar grote bruine ogen op me gericht. Op dat moment wordt alles stil om me heen, geen vezel in mijn lijf lijkt meer te willen bewegen. Een kind dat zegt dat ze niet kan dansen? Kinderen zijn toch juist diegene die ons laten zien dat dansen zoiets natuurlijks is? Dat het gewoon een kwestie is van je lijf instinctief volgen en reageren op de muziek. Ik vertel haar dat ik denk dat iedereen kan dansen en zij dus ook.

Maar ze zegt me heel stellig ‘nee hoor ik kan het echt niet’.

Kracht van loslaten

Ik kies er voor haar te laten, niet te forceren. Waarop ik hoop dat zij ooit haar eigen kracht zal vinden. Dat ze zal leren wat het is om vrij te leven. Te vertrouwen op de wijsheid van haar lichaam. Dat dans en contact met het lichaam de poort naar vreugde en vertrouwen is. Van binnen ben ik verdrietig en aangeslagen door wat ik heb gehoord. Op deze leeftijd al overtuigd van niet helpende gedachten. Maar ik ga door, dans met de andere kinderen en ouders in de tent. Ik beweeg van snel naar langzaam, van hoog naar laag en als ik mijn hoofd weer optil zie ik een bos bruine krullen naast me. Een paar handen en voeten op de grond en een verrukt gezicht ‘kijk eens juf ik dans’.

Kracht van vertrouwen

Veel sneller dan ik had gedacht is het daar. Haar moment van vertrouwen. Het vertrouwen om haar lichaam te volgen, haar gedachten voorbij te stappen en te laten zien wat ze kan. Mij te overtuigen dat ze kan dansen. Ik dans met haar mee en ze neemt me mee in allerlei dansposities die ik zelf nooit zou hebben bedacht. We hebben plezier en we lachen. En zo plotseling als dat ze naast me stond is ze ook weer weg. Ik zoek de tent door, kijk vluchtig buiten de tent maar ze is weg. Shoot! Ik had haar nog zo graag willen zeggen wat een grote stap ze had gemaakt. Dat ze zich nooit moet laten leiden door haar gedachtes, dat haar lijfje altijd het antwoord klaar heeft.  Dat ze in vertrouwen mag leven en…. Oh ik had zoveel tegen dit lieve kind willen zeggen, maar ze is weg en ik heb haar niet meer gezien.

Loslaten en vertrouwen

Ik realiseer me dat ik haar weer los mag laten, ik heb mijn werk gedaan. Ik heb genoeg gezegd. Omdat ons lichaam elke ervaring in zich opslaat, het zich in het geheugen van onze spieren vastbijt, weet ik dat ik mag vertrouwen. Vertrouwen, dat haar lichaam haar op een dag zal vertellen dat het weer tijd is om te dansen. Voorbij de gedachten te gaan en er te gaan staan. Op haar manier, in haar eigen vorm.

Ik weet ook, dat ik tegen nog zoveel meer kinderen mag zeggen dat ze niet hun gedachten zijn. Dat hun lichaam het wel weet, dat ze mogen vertrouwen op wat er is. Het zijn de kinderen die geen kind meer zijn. Het zijn de kinderen in volwassen lijven. Ze staan te vaak naast de tent. Gestuurd door hun gedachten en angsten. Bang om te voelen en te gaan. Maar ik nodig ze uit om te vertrouwen en in de tent te komen dansen.

Laat een reactie achter

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *